Gamen: met feiten en cijfers de vooroordelen te lijf

  • Standard
  • 22 aug 2019
  • 0 Comments
  • Reinier Overtoom

Ouders en docenten maken zich zorgen over het ‘gamegedrag’ van jongeren. Het is voor betrokkenen lastig om de grens in te schatten tussen passionele hobby en het verliezen van controle. Like2Share ging hierover in gesprek met Tony van Rooij, Projectleider Gamen, Gokken en Mediawijsheid bij het Trimbos instituut. Hij legt juist de laatste hand aan een factsheet over (on)gezond gamegedrag.

Voor het samenstellen van de factsheet combineert Van Rooij de data uit drie verschillende onderzoeken, gedaan door Trimbos-instituut, Universiteit Utrecht & het SCP. De data bevestigen bestaande indrukken en geven nieuwe inzichten. Zo bevestigen de cijfers dat jongens vaker online gamen dan meisjes. Bijna de helft van de jongens gamet dagelijks (46%), en nog eens 35% doet dit wekelijks. Voor meisjes is dit minder: ze geven vaak aan nooit te gamen en slechts 6% gamet dagelijks online. Meisjes spelen wel vaker eenvoudige spelletjes op hun mobiele telefoon of via websites, zo bleek eerder uit andere onderzoeken.

Onbekend maakt onbemind
Er bestaan allerlei vooroordelen over gamen. Van Rooij: “Volwassenen hebben de neiging alle games op een hoop te gooien. Als je graag Heel Holland bakt kijkt, vinden ze dat volkomen normaal. Maar als je zegt dat je liever Fortnite speelt, kijken ze alsof je met een zombieachtige, hersenloze activiteit bezig bent. Terwijl gamen ook gewoon een hobby is waar veel jongeren zonder problemen ontzettend veel plezier aan beleven. Ik denk dat feiten en cijfers meer duidelijkheid geven en vooroordelen uit de weg kunnen ruimen.” Onderzoek laat anderzijds wel degelijk zien dat gamen bij een kleine, kwetsbare, groep (4% van de gamers) uit de hand loopt – deze groep verdient goede hulp.

Hobbygamers gebruiken minder middelen
Is die drang om gametijd te willen beperken dan volledig onterecht? “Ik denk dat het veel mensen zal verrassen dat hobbygamers – zij gamen gemiddeld veertien uur per week – beter scoren op sommige aspecten van mentale en lichamelijke gezondheid dan niet-gamers. Zo roken en drinken ze bijvoorbeeld substantieel minder dan niet-gamers. Ik zie wel dat gamen een pittige opvoedingsuitdaging vormt. Gaat het ten koste van het contact met elkaar en de activiteiten die je samen onderneemt? Vind je dat het leven van je kind te veel om gamen draait? Dan zijn dat toch goede redenen om samen afspraken te maken? Dat lijkt me relevanter dan beperkingen opleggen omdat je games zelf niet zo leuk vindt, of omdat games slecht zouden zijn.”

Verleiding wordt groter
Games worden steeds geraffineerder en verleiden de spelers om veel te spelen. “Vroeger kocht je een game en die speelde je uit. Nu kun je eindeloos doorgaan en je wordt bijvoorbeeld beloond voor dagelijks inloggen. Dit is nog geen verslaving, maar kan toch extreem speelgedrag aanmoedigen. Het is niet helemaal duidelijk of het extreem gamegedrag een symptoom is van problemen of een oorzaak, of allebei. Er is vaak een reden waarom iemand zich door gamen aan van alles onttrekt. Games spelen in op behoeften als verbondenheid, autonomie en je competent voelen. Als iemand erg veel gamet is het interessant om te kijken welke behoefte dat gamen dan vervult.”

Een spel als Fortnite combineert veel aspecten. Je kunt dingen bouwen of maken en tegelijkertijd is het een competitief schietspel dat je met anderen samen kunt spelen. Volgens Van Rooij is niet in zijn algemeenheid te zeggen of dit spel goed of slecht is: het is per individu verschillend wat hij of zij eruit haalt en eraan overhoudt. Hetzelfde geldt voor speeltijd. “Het verschilt per persoon hoeveel gamen per dag oké is. Het gaat er vooral om dat er een goede balans is tussen gamen en andere dingen.”

Handvatten voor probleemsignalering
Er is behoefte aan handvatten om met problematisch gamegedrag om te gaan. Op gameinfo.nl staan tips en tools, zoals een zelftest om te onderzoeken of gamen een hobby of een probleem is. “We ontwikkelen nu ook voorlichtingsmaterialen en een e-learning voor scholen over gamen. Want docenten kunnen een signaleringsfunctie vervullen als ze weten waarop ze moeten letten en wanneer actie ondernemen verstandig is. De materialen komen in de loop van dit jaar beschikbaar. Net zoals de factsheet waaruit de getoonde figuren komen.”

.
Dit artikel verscheen in de 21e editie van ons gratis e-magazine Like2Share.
Wilt u meer van dit soort artikelen lezen? Klik dan hier om de magazines te bekijken.